De wereld rond met Rory Ronde

Door de plenzende regen fietst gitarist Rory Ronde van oost naar het ‘Wilde Westen’ om met mij te kletsen. Hij zegt geruststellend dat de beweging goed voor hem is. Deze inspirerende, autodidacte en authentieke musicus is behoorlijk druk bezet en reist van Amsterdam naar Japan en Korea voor de muziek. New Cool Collective, laGarçon, Les Cooles de Ville zijn drie van zijn vele projecten en daarnaast speelt de broer van Berget Lewis ook nog met andere artiesten als Wouter Hamel, Giovanca, Kim Hoorweg. Én heeft hij tussendoor tijd gemaakt om als internationale gitaarleraar op de websiteTrueFire in zijn ‘Neo Soul Guitar’-lessen te shinen voor de (semi-)gevorderde speler. Waar komt al zijn muzikaliteit en ambitie vandaan?

Rory Ronde. / Credit Timazo Snijder

Jij komt uit een behoorlijk muzikaal nest met vader Henry Ronde voorop. Hoe heb je dat ervaren?
Echt te gek. De tak van mijn vaders kant is heel muzikaal. Vanuit Suriname kwam hij tijdens de immigratiestroom met steeldrum in handen Nederland binnen en bracht zo als eerste de Caribische, Zuid-Amerikaanse muziek met zich mee. Daarmee gaf hij in de jaren ’70 spectaculaire shows met zijn vernieuwende geluid en band. Vuurspuwers en alles. Hij is een instrumentalist, componist, bandleider; een echte muzikant.

En dan heb je nog al je getalenteerde broers en zussen waaronder zangeres Berget Lewis…
Ja, die zijn ook altijd met muziek bezig. Op m’n zevende verhuisden we met m’n jongere broertje en zusje vanuit mijn geboorteplaats Den Helder naar Amsterdam. Daar kwam ik erachter dat ik via m’n moeder nog drie halfzussen en twee halfbroers heb met het muzikale gen. Waaronder de acht jaar oudere zangeres Berget Lewis en tweelingbroer en gitarist Alvin. Zij ademen muziek. Alleen mijn een na oudste zus Donna speelt of zingt niet, maar is dan wel weer manager van Zo Gospel Choir.

In Amsterdam heb je voor het eerst de gitaar opgepakt.
Er waren genoeg instrumenten in huis, maar ik was gewoon nog niet begonnen. Vanaf m’n negende begon ik nummers na te spelen en kreeg ik de eerste twee jaar les van mijn vader. Ook halfbroer Alvin heeft mij hierbij tips gegeven en heel erg geïnspireerd

Rory Ronde. / Credit Bob Rootsman

En na die twee jaar les?
Heb ik nooit meer les gehad. Muziek was elke dag aanwezig en daar leerde ik veel van. Ik ben zelf aan de slag gegaan en dat werkte verslavend.

Is je moeder muzikaal?
Het gevoel, het gehoor en de liefde voor muziek heeft ze zeker. Ze hoort perfect wanneer er iets niet klopt in een gespeeld stuk. Maar muziek als ambacht is echt mijn vader. Die is er ook al vanaf zijn jeugd mee bezig. Het zit echt in ons.

Is er een bepaalde herinnering aan vroeger die jou heeft gevormd?
Ik was twee jaar bezig met gitaarspelen en toen liet mijn vader een opname van gitaristen George Benson en Earl Klugh zien. Ik zag dat en dacht; ‘Ja shit, dit wil ik gewoon!’ Vanaf toen heb ik me helemaal gefocust op jazz. Ik wist theoretisch niet wat ik deed, maar m’n gehoor was goed genoeg om het uit te zoeken.

Dus het enige wat jij deed was gitaarspelen?
Ja, mijn moeder moest tijdens mijn middelbare schooltijd echt tegen me zeggen dat ik even buiten moest gaan spelen of mijn huiswerk moest doen. Ik was constant aan het oefenen. Zo heb ik de ‘skills’ gekregen. Later ben ik ook theoretische boeken gaan lezen zodat ik wist wat ik deed.

Wanneer stapte je voor het eerst een podium op?
Mijn eerste bandervaring was met mijn vader. Mijn opa, die toen nog leefde, was ‘preacher’ en had een eigen kerk. Hij had feeling met muziek, maar was niet echt muzikaal. Op zondag mochten wij meespelen. Alleen speelde en zong iedereen behoorlijk vals. We schoten van de ene naar de andere toonsoort om ons aan te passen. Dat heeft mij grappig genoeg enorm verrijkt. Zo heb ik extreem mijn gehoor kunnen trainen.

Wat mooi dat je leermomenten haalt uit zo’n situatie.
Uit noodsituaties leer je het meeste. Met mijn vader heb Ik veel opgetreden door heel Nederland. Eerst speelden we met de hele band, maar daarna ook vaak met z’n tweeën omdat de Caribische scene bergafwaarts ging en er minder betaald werd. Door met z’n tweeën te spelen leerde ik om mijn gitaarspel voller te laten klinken, alsof je met meer op het podium staat.

Van de nood een deugd.
Precies, juist door gekke situaties of doordat er iets mist ontwikkel je je eigen stijl. En een muzikant met eigen geluid en stijl is toch het mooist.

Wanneer werd het voor jou echt serieus?
De liefde voor muziek en de drang om goed te worden is er altijd geweest. Maar het doel fulltime musicus niet. Nadat ik 2,5 jaar informatica had gestudeerd, wat ik als computernerd echt graag wilde, ben ik gestopt. Vervolgens heb ik tien jaar tot 2007 allerlei kantoorbaantjes gehad in de bank- en telecommunicatiewereld. Daar werd ik zo ongelukkig van dat ik ermee kapte en de stap waagde.

Gaat het goed?
Soms ben ik wel aan het ploeteren. Maar intussen heb ik een mooi netwerk om me heen opgebouwd en kan ik steeds meer mijn eigen stem en geluid naar voren brengen als muzikant. Als men echt vraagt naar mij dan vind ik dat een compliment. Het kost tijd en oefening, maar het is tof als mensen je vragen omdat jij jezelf bent.

Hoe zie jij jouw muzikale reis er tot nu toe uit?
Voor mij bestaat deze uit verschillende fases.
• Als jonge jongen was ik echt een jazzfreak en vond ik andere muziekstijlen maar niets. Een andere periode richtte ik me op heel snel spelen. Beide fases hebben mijn spel doen groeien en daar heb ik nog plezier van.
• De ontmoeting met Bart Suer, eigenaar van platenlabel Dox Records, is belangrijk voor mij geweest. Ik ontmoette hem via de jamsessie die hij leidde in De Heeren van Aemstel en was fan van zijn band SFEQ. Door hem kwam ik in contact met Benny Sings, Wouter Hamel, Giovanca en allerlei andere toffe artiesten waar ik nog steeds mee speel.
• Het was heel cool om op de eerste plaat van Wouter Hamel te spelen. Bart had in zijn zolderkamer een studio gemaakt en daar zijn veel liedjes ontstaan. Het was mooi om gezamenlijk tot iets te komen wat ook nog succesvol blijkt. Soms hoor ik een nummer daarvan bijvoorbeeld in de Albert Heijn en dat blijft bijzonder.
• De eerste keer naar Japan was een fantastische ervaring. Ik dacht dat het eenmalig zou zijn, maar gelukkig ben ik er veel geweest en ga ik nog steeds regelmatig die kant op.
• Het is geen specifiek moment maar het besef dat je plots meer overzicht en controle in je spel krijgt is erg mooi.
• Elk optreden is een kleine mijlpaal.
• Ik heb mijn eigen hiphop groep Les Cooles de Ville en was zo trots toen de eerste plaat af was. Dat we die konden presenteren is wel een recente mijlpaal.

Wat is er voornamelijk veranderd na al die fases?
Ik had zoveel zelfkritiek. Nu zie ik muziek meer als een gesprek voeren, inclusief alle gekkigheden en grammaticale fouten. Dat maakt het juist charmant. Muzikanten die iets anders doen prikkelen mij direct.

Speel jij wel eens samen met al je muzikale broers en zussen?
Eens in de zoveel tijd komen we samen met z’n allen voor de gezelligheid. En Berget heeft mij, Alvin en Dillon gevraagd mee te werken aan haar nieuwe album. Maar we hebben nog nooit als familieband gespeeld, dat zou heel vet zijn om een keer te doen.

Wat heb je nog te wensen?
Ik zou meer tijd willen nemen om te studeren. Een mooie tweede plaat uitbrengen met Les Cooles de Ville en daarmee meer optreden. Hier wordt al hard aan gewerkt. En ik heb net mijn eerste lesvideo’s genaamd ‘Neo Soul Guitar’ geüpload op het internationale platform TrueFire. Hier kan iedereen online gitaarles krijgen op hoog niveau. Het loopt nu al supergoed. Dus hopelijk mag en kan ik er meer mee doen. Van dat soort dingen krijg ik zo’n kick. Ook als ik privéles of bandcoaching mag geven. De adviserende rol ben ik goed in, ik heb veel geduld.

Leave a Reply